Supervisie

Supervisie is een leermethode. Niet te verwarren met de term die in het ziekenhuis gebruikt wordt om werkzaamheden te beoordelen.
Bij supervisie staat de driehoek mens-werk-maatschappij centraal: Hoe verhoud je je als mens tot je werk, en hoe is het om als mens en als professional in deze maatschappij te staan? Waar loop je tegenaan? Wat maakt het soms lastig? Supervisie leert je te reflecteren en te leren van je ervaringen. Je kijkt naar je opvattingen, je normen en waarden, en hoe deze een rol spelen in je functioneren.

Supervisie is een uitstekende methode om, gedurende een bepaalde periode en ondanks alle drukte, prioriteit te geven aan aandacht voor jouw persoonlijk professioneel functioneren. Supervisie staat ook voor zelfsturend ervaringsleren. ‘Zelfsturend’ omdat je in volstrekte vrijheid je eigen leerdoelen kiest. ‘Ervaringleren’ omdat de werkervaring altijd het vertrekpunt is. De bespreking hiervan is gericht op analyse van wat er precies gebeurd is en welke gedachten en gevoelens werden opgeroepen. Welke waarden en normen spelen een rol? Wat is hierover in algemene zin bekend? Wat vind ik daarvan? Wat wil ik? De antwoorden op deze vragen leiden vaak tot een keuze om het gedrag bij te stellen en te gaan onderzoeken en ervaren wat dat oplevert. Deze nieuwe ervaringen worden zo nodig weer verder onderzocht.

Supervisie resulteert vrijwel altijd in hernieuwde energie, nieuwe inzichten en praktische veranderingen in de wijze van praktijk voeren.

Thema’s die op deze wijze vaak in supervisie aan bod komen

  • Conflicten met patiënten, assistentes, verpleegkundigen, collega’s

  • Werkdruk; balans tussen werk en privé; angst voor fouten

  • Afgrenzen van verantwoordelijkheid en taken

  • Eisende en(of) agressieve patiënten of familie van patiënten

  • Zorg voor terminale patiënten, euthanasie

  • Onzekerheid over wat nodig is voor een praktijkovername

Supervisie wordt individueel gegeven of in groepjes tot 4 personen. Het gaat om het functioneren van jou als persoon in de werksituatie. |
Supervisie bestaat over het algemeen uit 8-10 bijeenkomsten voor een individueel traject en 10 tot 12  bijeenkomsten voor een groep.
Individueel één uur, groepen twee uur, eens in de 2 tot 4 weken.
Bij een supervisiesessie maak je een schriftelijke inbreng met een probleem- en vraagstelling. De inbreng wordt van verschillende kanten bekeken. Elke bijeenkomst supervisie vraagt  voorbereiding, namelijk voor het maken van een schriftelijke inbreng en na de bijeenkomst voor het schrijven van een reflectieverslag.