Carine Huizenga Carine Huizenga

“When they go low, we go high”

Ik schrijf graag dat ik als huisarts een mooi vak heb. Dat is ook zo. maar soms is het zwaar, pijnlijk , moeilijk en confronterend.
In deze blog neem ik je mee naar een herfstachtige maandagochtend in Tilburg.

Het leek een gewone maandagochtend in onze praktijk. De telefoon staat roodgloeiend zoals altijd na het weekend. Dan belt er een patiënt die het blijkbaar niet eens is met de assistente die hij aan de lijn heeft. De vlam slaat in de pan en hij begint te schelden. Hoe ervaren we als zorgverleners ook zijn, uitgescholden worden went nooit. Mijn assistente verbindt na overleg de betreffende man door naar zijn eigen huisarts. De man is niet te kalmeren, al onze zorgvuldig aangeleerde gesprekstechnieken ten spijt. Ook de dokter krijgt de volle laag en bedreigt zijn gezin, weet waar hij woont en hij meldt dat hij een vuurwapen meeneemt.

En toen was het stil.
Oorverdovend stil.

Behalve het hart van deze twee medewerkers. Dat bonkte in hun keel. We komen als team bij elkaar om stoom af te blazen. Om de emoties te uiten. Angst en boosheid voeren de boventoon. Er is verontwaardiging bij de medewerkers. Kan en mag dit zomaar? Dit pikken we toch niet?  Kunnen we deze patiënt uit de praktijk zetten? Dat kan dus niet. We kunnen iemand uit de praktijk zetten als er geweld is gepleegd en niet als er met geweld wordt gedreigd.

Ik begrijp deze verontwaardiging heel goed. We zijn als zorgverleners ontzettend kwetsbaar. En dit was dat nog maar een telefoongesprek, maar wat nou als hij nou echt aan de balie staat met een wapen? Het is mijn verantwoordelijkheid dat ons personeel het werk veilig en met vertrouwen kan doen. Wat is wijsheid?

De wijkagent wordt ingeschakeld.
Ook de betreffende dokter belt hem later die dag terug.

We spreken met ons team hoe je hier mee om kunt gaan. Ik moest denken aan de woorden van Michele Obama: “When they go low, we go high”. We kunnen ervoor kiezen om te reageren op de toon en inhoud van deze patiënt. Dan gaan we mee in zijn gedrag en reageren we vanuit emotie. Heel intuitief en begrijpelijk. We kunnen we ook voor kiezen dat niet te doen. Dat is een stuk moeilijker. En een stuk volwassener. Dus we bekeken het voorval op een andere manier: deze patiënt wilde iets zeggen maar bezat blijkbaar niet tot de juiste woorden om dat op een goede manier te doen.
Hij werd boos. Werd hij daadwerkelijk boos op deze assistente en deze dokter die hij niet eens echt kent, of werd hij eigenlijk boos op zichzelf? Omdat hij geen andere manier wist om hulp te vragen?

Read More
Carine Huizenga Carine Huizenga

Een wijs mens lummelt.

In mijn onderzoek naar serendipiteit heb ik het over de wijsheid van ons onderbewust. Iemand die hier uitgebreid onderzoek naar deed is neurowetenschapper Ap Dijksterhuis. Hij schreef hierover een boek met de titel ‘Het Slimme Onbewuste’ .

Hij toont aan dat ons onbewuste zonder enige twijfel de allerbelangrijkste rol speelt in het aansturen van ons gedrag. Sterker nog, ons bewustzijn komt er zelfs nauwelijks bij van pas. We worden ons bewust van beslissingen die we onbewust genomen hebben. Ons bewustzijn hobbelt achter de zaken aan en doet achteraf een poging om te verklaren waarom we dingen doen, maar weet in feite niet waarom. Het bewuste kan maar 1 ding tegelijk, terwijl het onbewuste veel taken tegelijk kan uitvoeren. Het onbewuste kan soms ineens met iets komen wat het bewuste nooit had kunnen verzinnen. om de hoek kijken. Hoe het onbewuste dat doet? Daar is weinig over bekend. Wat we weten is dit:

Het onbewuste legt allerlei dwarsverbanden. Het onbewuste waaiert uit, is associatief en weinig gefocust. Om die reden is het onbewuste creatiever en komt het vaker met ongewone, ongebruikelijke, en originele oplossingen. Dit creatieve netwerk in het brein wordt het default mode network (DMN) genoemd. Het is vooral actief als we niets doen. Het DMN houdt zich vooral bezig met cognitieve processen die niet meteen relevant zijn voor wat er op dat moment in de omgeving gebeurt. We denken dan onbewust na over zaken die ons bezighouden. Bovendien werkt het DMN vooral als andere netwerken weinig activiteit laten zien. Tijdens het wandelen, strijken, reizen of onder de douche.
Creatieve mensen hebben een groter DMN.

Met ons onbewuste komen we dus aan de creatieve gedachten. We kunnen er echter pas iets mee wanneer ze ons bewustzijn bereiken. We herkennen een goed idee pas op het moment dat het in het bewustzijn komt.
Wanneer en waarom ‘besluit’ het onbewuste om informatie door te geven aan het bewustzijn? Het lijkt erop dat goede ideeën vaak invallen tijdens wat je een licht meditatieve staat zou kunnen noemen. We kunnen dan min of meer vrij associëren, het DMN is dan het meest actief.

Zo’n spontane en onverwachte inval is dus een gevolg is van langdurige, onbewuste arbeid. Hoe het precies werkt weten we niet. Wat we wel weten is dat het onbewuste zich niet laat sturen, dat het behoorlijk eigenwijs is. Het onbewuste werkt doelgericht, maar dus niet op commando. We hebben dus maar te wachten totdat het onbewuste besluit dat de tijd rijp is.

Laten we eens speculeren over toegang tot het onbewuste. Kun je dat vergroten?
Uit onderzoek van Ap Dijksterhuis blijkt dat we de toegang tot het eigen onbewuste enigszins kunnen openen door het te brengen in een licht meditatieve staat. Dat hoeft geen mediteren te zijn, ook wandelen of uit het raam staren is effectief. Lummelen dus. Je kunt het zien als rijpingstijd voor onbewuste creatieve processen. En zodra het uitgerijpt wordt dit inzicht doorgestuurd naar ons bewustzijn.

In supervisie en coaching maak ik daar gebruik van. Alle wijsheid is al in ons aanwezig. De kunst is om het naar boven te halen. Daarvoor is rust, vertraging en geduld nodig. Het gras groeit namelijk niet harder door eraan te trekken. De juiste vragen stellen en vertrouwen op het proces. Lummelen dus.

Read More
Carine Huizenga Carine Huizenga

Serendipiteit

It all begins with an idea.

Ken je dat gevoel? Dat je zomaar iets waardevol vindt terwijl je er niet eens naar op zoek was? Dat fenomeen heet serendipiteit.

Ik heb er een essay over geschreven als afronding van de kaderopleiding Supervisie en Coaching

Toeval. Bestaat het eigenlijk wel?  Misschien noemen we dingen toeval bij gebrek aan een betere verklaring. In dit essay heb ik gezocht naar verklaringen. Ik vind het een mooie gedachte dat we vanuit onze diepere wijsheid het toeval zelf creëren. Dan heeft toeval een bedoeling en kunnen we er maar beter op voorbereid zijn en ervoor open staan.

Wat me veel geleerd heeft is het boek van neurowetenschapper Ap Dijksterhuis. In zijn boek ‘Het slimme onderbewuste” laat hij zien dat ons onbewuste het bewustzijn aanstuurt. De verwerkingscapaciteit van ons onbewuste is 200.000 x groter dan bewuste. Het onbewuste is holistisch, ongedetailleerd, creatief, associerend en eigenwijs.

Zou je serendipiteit kunnen zien als onverwacht inzicht uit ons onbewuste?

Dat maakt serendipiteit waardevol voor mij als begeleidingskundige. Ik zie het als poorten tot wijsheid. Tot diepe, intuïtieve kennis. Kennis uit de onbegrepen wijsheid van ons onbewuste. Wellicht ook uit de kosmische wijsheid waaraan we allemaal verbonden zijn.
Waar het ook vandaan komt, het is een wijsheid waarnaar we allemaal verlangen in ons leven.

Mijn onderzoek naar serendipiteit leert me hoe nietig ons bewustzijn is. Ons denken en handelen wordt grotendeels bepaald door ons onderbewuste. Het heeft me het onbewuste leren waarderen, erop te vertrouwen en erop te durven bouwen.
Daarvoor is tijd, rust, ontspanning en geduld nodig.

Als begeleidingskundige mag ik belangrijke levensvragen met mijn coachees te onderzoeken.

Ik denk dat de poorten tot diepere wijsheid te openen zijn. Onder andere door toevalligheden niet meer te zien als louter toeval maar als potentieel betekenisvol. Toevalligheden worden dan informatiedragers die de moeite waard zijn om te onderzoeken.
Ik gebruik werkvormen die het ontstaan van toevalligheden faciliteren.. Laten we ons wel realiseren dat serendipiteit niet af te dwingen is. Maar als het zich voordoet wil ik erop voorbereid zijn en dat de waarde ervan onderzoekten.

Serendipiteit opzoeken en toelaten is spannend. Zowel voor de coachee als voor mij als begeleidingskundige. Open staan voor serendipiteit is open staan voor wat zich aandient. Het maakt dat ik mijn werk met nog meer verwondering wil doen. Ons blijven verwonderen is iets wat ons met de grote filosofen, de wetenschappers en de kunstenaars verbindt. Dat vind ik een mooie gedachte. Het vraagt bereidheid van de coach én van de coachee om gebaande paden even los te laten, de controle los te laten, in het niet weten. Het vraagt om stilte en innerlijke alertheid. Om datgene te herkennen en te erkennen wat je onbewuste al weet.

Serendipiteit: toegangsdeur tot de schatkamer van de onderbewuste wijsheid.

Ik ging deze kaderopleiding doen vanuit mijn verlangen naar diepgang. en het verbinden van lichaam en geest Met als doel om collega’s te begeleiden om hun vak authentiek en duurzaam uit te oefenen. En ja, ik kreeg veel bruikbare en waardevolle handreikingen om te komen tot diepgaande gesprekken die betekenisvol zijn. En wat ik ook kreeg is inzicht in mezelf. Dat was geen vooropgezet doel maar wel een prachtig cadeau. Iets waar ik diep van binnen naar verlangde, maar waar ik me niet echt bewust van was.
Ik zou het geen serendipiteit noemen. Maar een zeer waardevolle bijvangst was het beslist.

 

Read More