Een wijs mens lummelt.

In mijn onderzoek naar serendipiteit heb ik het over de wijsheid van ons onderbewust. Iemand die hier uitgebreid onderzoek naar deed is neurowetenschapper Ap Dijksterhuis. Hij schreef hierover een boek met de titel ‘Het Slimme Onbewuste’ .

Hij toont aan dat ons onbewuste zonder enige twijfel de allerbelangrijkste rol speelt in het aansturen van ons gedrag. Sterker nog, ons bewustzijn komt er zelfs nauwelijks bij van pas. We worden ons bewust van beslissingen die we onbewust genomen hebben. Ons bewustzijn hobbelt achter de zaken aan en doet achteraf een poging om te verklaren waarom we dingen doen, maar weet in feite niet waarom. Het bewuste kan maar 1 ding tegelijk, terwijl het onbewuste veel taken tegelijk kan uitvoeren. Het onbewuste kan soms ineens met iets komen wat het bewuste nooit had kunnen verzinnen. om de hoek kijken. Hoe het onbewuste dat doet? Daar is weinig over bekend. Wat we weten is dit:

Het onbewuste legt allerlei dwarsverbanden. Het onbewuste waaiert uit, is associatief en weinig gefocust. Om die reden is het onbewuste creatiever en komt het vaker met ongewone, ongebruikelijke, en originele oplossingen. Dit creatieve netwerk in het brein wordt het default mode network (DMN) genoemd. Het is vooral actief als we niets doen. Het DMN houdt zich vooral bezig met cognitieve processen die niet meteen relevant zijn voor wat er op dat moment in de omgeving gebeurt. We denken dan onbewust na over zaken die ons bezighouden. Bovendien werkt het DMN vooral als andere netwerken weinig activiteit laten zien. Tijdens het wandelen, strijken, reizen of onder de douche.
Creatieve mensen hebben een groter DMN.

Met ons onbewuste komen we dus aan de creatieve gedachten. We kunnen er echter pas iets mee wanneer ze ons bewustzijn bereiken. We herkennen een goed idee pas op het moment dat het in het bewustzijn komt.
Wanneer en waarom ‘besluit’ het onbewuste om informatie door te geven aan het bewustzijn? Het lijkt erop dat goede ideeën vaak invallen tijdens wat je een licht meditatieve staat zou kunnen noemen. We kunnen dan min of meer vrij associëren, het DMN is dan het meest actief.

Zo’n spontane en onverwachte inval is dus een gevolg is van langdurige, onbewuste arbeid. Hoe het precies werkt weten we niet. Wat we wel weten is dat het onbewuste zich niet laat sturen, dat het behoorlijk eigenwijs is. Het onbewuste werkt doelgericht, maar dus niet op commando. We hebben dus maar te wachten totdat het onbewuste besluit dat de tijd rijp is.

Laten we eens speculeren over toegang tot het onbewuste. Kun je dat vergroten?
Uit onderzoek van Ap Dijksterhuis blijkt dat we de toegang tot het eigen onbewuste enigszins kunnen openen door het te brengen in een licht meditatieve staat. Dat hoeft geen mediteren te zijn, ook wandelen of uit het raam staren is effectief. Lummelen dus. Je kunt het zien als rijpingstijd voor onbewuste creatieve processen. En zodra het uitgerijpt wordt dit inzicht doorgestuurd naar ons bewustzijn.

In supervisie en coaching maak ik daar gebruik van. Alle wijsheid is al in ons aanwezig. De kunst is om het naar boven te halen. Daarvoor is rust, vertraging en geduld nodig. Het gras groeit namelijk niet harder door eraan te trekken. De juiste vragen stellen en vertrouwen op het proces. Lummelen dus.

Next
Next

Serendipiteit